Berichten

Het is dinsdagavond, net na acht uur. Buiten giet het van de regen, binnen in de collegezaal is het aangenaam warm. Ik kijk de zaal bij Nyenrode eens rond en leg de negentig bevlogen deelnemers een vraag voor: ‘Ok, dit is het moment om vijf minuten volledig in de klaagstand te zitten. Waarom lukt vernieuwing in jullie organisatie soms níet?’.

Tot nu toe hebben we het vooral gehad over de ‘upside’: wat vernieuwend leiderschap is, wat het je organisatie oplevert en waar je begint als je vernieuwend leiderschap wilt ontwikkelen. Tijd om net zo realistisch de andere kant te bekijken: wat maakt dat vernieuwing soms lastig is?

Al snel vliegen de oorzaken door de zaal. Deze deelnemers weten duidelijk waar ze het over hebben. Ze werken binnen het bankwezen, onderwijs, Defensie, de uitzendbranche, overheid en maakindustrie. Toch zijn hun antwoorden eensgezind. De vier oorzaken die ik hoor zijn:

  1. Tijd
  2. Rolverwachtingen
  3. Snel veranderende context
  4. Angst voor kwetsbaarheid

Opvallend genoeg gaat het dus níet over budget, of over gebrek aan menskracht. Wel hoor ik uitspraken als: ‘Van mij als directeur wordt verwacht dat ik resultaten boek en knopen doorhak. De ruimte om met verschillende mensen een nieuw vraagstuk te verkennen, voel ik daardoor niet.’
‘De context van onze organisatie verandert sterk. Mijn organisatie vindt dat spannend – en richt zich daardoor liever op de interne organisatie dan dat ze waardevolle, maar onvoorspelbare gesprekken voert met burgers.’
En, een hele eerlijke en mooie uitspraak: ‘Ik ben opgegroeid in een tijd waarin je als baas ook nog echt de baas was. Zeggen dat ik het antwoord op een complex vraagstuk soms ook nog niet heb, vind ik lastig.’

Vernieuwend leiderschap draait om het vinden van effectieve antwoorden op de vragen van deze tijd. Veel van die uitdagingen zijn nieuw én complex, waardoor het ondoenlijk is om in je uppie te weten hoe je die moet aanpakken. En dat hoeft ook niet. In mijn onderzoek en praktijk zie ik meerdere voorbeelden van hoe leidinggevenden, samen met anderen, komen tot een nieuwe, effectievere manier van denken en doen. Door andere perspectieven en aanpakken te onderzoeken, het eigen denken te scherpen en zo stap voor stap een route vooruit te bepalen.

Dat hoeft niet veel tijd te kosten. Ja natuurlijk, in een strategiedag of MD-traject kun je hier uitgebreid mee aan de slag (zeker doen!). Maar ook een praatje bij de koffie-automaat kan je al een nieuw idee opleveren. Of, zoals een leidinggevende me vandaag vertelde: nodig een junior collega in je overleg uit die meer weet van een technologische ontwikkeling dan jij. Die junior collega doet presentatie-ervaring op, jij en je team zijn na 30 minuten een stuk wijzer. Of bevraag salescollega’s op signalen uit de markt, die jij kunt betrekken in je strategie voor 2024. Neem als CEO van een IT-bedrijf twee uur per maand de telefoon op bij de klantenservice… (echt gebeurd).

De mogelijkheden zijn eindeloos – en het hoeft niet ineens groots en meeslepend. Zoek eens iemand in je organisatie op die geheid anders tegen jouw vraagstuk aankijkt dan jij. Stel een nieuwsgierige vraag en luister naar het antwoord. Dan ben je al begonnen. 🙂

Naar wie ben jij nieuwsgierig?

‘Van welk type leiderschap ben jij eigenlijk?’ Het is begin 2019, Schiphol-Oost. In mijn interimopdracht van dat moment, raak ik met een collega in gesprek over onze visie op leiderschap. ‘Ben jij van coachend leiderschap, adaptief leiderschap, agile misschien…?’

Mijn antwoord aan haar bleek de opmaat naar mijn veldonderzoek: ‘Ik hang niet een bepaalde stroming aan. Het gaat mij om het dagelijkse gedrag dat leidinggevenden laten zien. Ik kijk of dat hun strategie tot leven brengt en helpt vernieuwen.’ Kort daarna startte ik mijn onderzoek, naar welk dagelijks gedrag daarin het verschil maakt.

Ik dacht terug aan dit gesprekje toen ik afgelopen vrijdag kennismaakte met Diane DrosMaurice van Buren, MSc en Irene Dros. We hadden een mooi gesprek over het belang van een gezond sociaal systeem en menselijke relaties in organisaties. Irene, Diane en Maurice geven daar aan boost aan door elk jaar de H.E.R.O. Award uit te reiken: een onderscheiding voor leiders die vormgeven aan een Human Excellence Recognised Organisation.

In hun gesprekken met organisaties komen zij hetzelfde fenomeen tegen. ‘O, dus wat jullie doen hoort bij vitaliteit?’. ‘Ja, samenwerking tussen teams is belangrijk, maar die stimuleren we per team. Zo werkt onze budgetstructuur nu eenmaal.’ De intentie om teamoverstijgende – en voor innovatie noodzakelijke – verbindingen te bouwen, botst met de aanwezige organisatiestructuur.

Als het in een hokje past, klopt het. Toch?
We lijken een idee pas op waarde te schatten als we het kunnen categoriseren. Alsof we het dan pas ‘snappen’ en bereid zijn er iets mee te doen. Dat vakje kan een bekostigingsstructuur zijn, een bestaand werkproces, een categorisering van leiderschap – en zelfs van mensen…

In de afgelopen jaren kan en durf ik steeds meer te werken buiten die vakjes. Te kiezen voor wat zich aandient, inspireert en daar acties aan te verbinden. Want begrijp me niet verkeerd: ook in mijn hoofd bestaan de nodige structuren en vakjes. Die brengen me overzicht, helderheid en een comfortabele controle. Maar vernieuwing komt daar niet vandaan.

‘Werken met wat zich aandient’ betekent dat je ideeën, invallen en ontwikkelrichtingen beoordeelt op de mate van energie die eraan verbonden is. Onafhankelijk van bij wie dat idee vandaan komt. Je verbindt je met mensen die het enthousiasme delen en samen werk je het idee stap voor stap uit in een product of dienst. In je projectplan staan de momenten waarop je elkaar ontmoet én het moment waarop je een eerste prototype klaar wilt hebben. Aanvoelen of je op de goede weg zit, blijft onderdeel van het ontwikkelproces.

‘Werken met wat zich aandient’ vraagt twee belangrijke competenties van leiders: sensitiviteit voor waar energie zit bij mensen en ideeën (tip: die sensitiviteit zit niet in je hoofd 😉 en nieuwsgierigheid: de bereidheid om met een open vizier steeds op zoek te gaan naar de volgende stap.